Jaarverslagen en notulen

Sinds 1884 wordt er jaarlijks een jaarverslag opgesteld. Dit was ter verantwoording, maar voor het grootste deel van de jaren vooral om de Vrienden op de hoogte te stellen van het wel en wee en van de financiële situatie. Ook werd er dan gevraagd om gebed en een financiele bijdrage. Dat was, zeker in de beginjaren toen er nog geen overheidssubsidie was, altijd zeer noodzakelijk om het onderwijs op peil te kunnen blijven houden.

Hier een aantal bijzonderheden uit deze jaarverslagen. Alles tussen “aanhalingstekens” komt direct uit het verslag.

De Jaarlijkse Ouderavond wordt geroemd (1884-1940)

1883

Eerste verslag.

“dat reeds in April [1882] een stuk grond aan de Ostadestraat alhier aangekocht, en in het laatst van Juli met het bouwen der school een aanvang gemaakt kon worden.”

“De hoofdonderwijzer dankte voor het in hem gestelde vertrouwen en voor den Gids [de zojuist verkregen Bijbel], hem ter hand gesteld, en verbond zich onder biddend opzien tot den Heer aan de school. De heeren Emous uit Amsterdam en Schaberg van hier drukten daarop hunne blijdschap uit over de oprichting dezer nieuwe school met den Bijbel, terwijl de samenkomst met het zingen van een lied en met dankzegging werd besloten.”

“Ziedaar, waarde Vrienden! de geschiedenis van de oprichting, opening en exploitatie onzer School. Wij vertrouwen, dat gij met ons den Heer zult danken voor den zegen, dien Hij tot hiertoe onzen arbeid geschonken heeft, en ons zult blijven steunen met uwe gebeden en gaven, opdat deze school voortdurend bloeie, en mogen strekken tot eer van Gods Naam en tot heil van vele kinderen.”

 

1884

Kinderen kwamen geregeld niet op school dus werd in juli en december een ‘examen’ gehouden waarbij de kinderen een prijs konden winnen als ze zo min mogelijk verzuimd hadden.

 

1886

Het verzuim is aanzienlijk minder geworden! Naast het examen kregen de ouder bij verzuim een gedrukt briefje mee waarop zij de reden van het verzuim moesten aangeven. Bij te veel verzuim werd het kind verwijderd. Het schoolgeld bedraagt f 0,20 per week of f 9,60 per jaar.

 

1890

“Ongetwijfeld voorziet onze school in een bestaande behoefte aan christelijk onderwijs in dat gedeelte onzer stad, waar zij is opgericht; en er zouden stellig nog meerdere kinderen onze school bezoeken, indien niet vele ouders daarvan teruggehouden werden, doordat zij het schoolgeld niet kunnen betalen.”

Ze zagen dat de kinderen soms tijdelijk niet kwamen, soms zelf van school afgingen en naar de openbare school gingen en dus weggingen. Dhr van Wijk had wel een suppletiefonds opgericht om in het schoolgeld tegemoet te komen, maar toch hielp dit niet voldoende. Daarom werd per 1-1-1891 het schoolgeld verlaagd en kon het maandelijks ipv wekelijks betaald worden.

 

1893

Op zondag wordt de school gebruikt door een Zondagsschool die door ca. 300 kinderen wordt bezocht.

 

1896

‘Men wordt dringend verzocht dit verslag te lezen’ stond op de voorkant te lezen.

Opmerkelijk:

“Aan de groote school, die door ongeveer 230 kinderen bezocht wordt, zij thans werkzaam behalve den hoofdonderwijzer, den heer A.J. v. Wijk, de onderwijzers W. J. Visser, H. J. L. v. Lummel en A. P. H. v. Beek en de onderwijzeressen W. C. Struijs en W. v. Ruijtenberg, terwijl de bewaarschool het hare honderdtwintig kinderen door Mej. M. v. Dulkenraad geleid wordt, met hulp van Mej. Ridderhof en 2 helpsters.”

Waar we tegenwoordig per 25 leerlingen 1 leerkracht hebben, hadden zij in ‘de groote school’ 46 leerlingen per onderwijzer(es) en bij de bewaarschool (kleuters) 60 kinderen per onderwijzeres waarbij er 1 ook het hoofd was en dan nog wel 2 helpsters (onderwijsassistenten zeg maar). Dat is een groot verschil!

En hoewel we dat nu weinig leerkrachten vinden voor die hoeveelheid kinderen, vonden ze dat toen al best veel en hadden ze moeite om alle salarissen te betalen. Er werd dan ook veelvuldig opgeroepen om gaven te geven zodat alle salarissen uitbetaald konden worden. Er wordt geschreven: “Inderdaad zijn onze finantiëele zorgen ditmaal groot, grooter dan ooit.” En dat lag niet aan het schoolgeld, maar, zo schrijven zij: “De oorzaak is in geheel iets anders gelegen, en wel hierin, dat het bedrag der jaarlijksche contributiën veel te gering is.“

Ze hadden dat jaar een tekort van f 5737.52½. Daar ging de rijkssubsidie van f 1500,- nog van af, maar dan bleef er nog ene groot bedrag over. Er wordt aan het eind van het jaarverslag zelfs gesproken over mogelijke sluiting als het tekort niet aangevuld zou kunnen worden.

 

1897

‘Men wordt dringend verzocht dit verslag te lezen’ stond op de voorkant te lezen.

Er wordt nog steeds gesproken over grote tekorten, maar ook wordt benoemd dat er aanzienlijk meer geld aan ‘contributiën’ is binnengekomen. Dit jaar is de school gered, maar er zal nog steeds meer geld binnen moeten komen. Ze hebben bezuinigd door 1 onderwijzer te ontslaan voor komend jaar en de hypotheekrente is gelukkig gedaald.

 

1898

‘Men wordt dringend verzocht dit verslag te lezen’ stond op de voorkant te lezen.

Wederom wordt het boekjaar afgesloten met een ‘deficit’. Er wordt opgeroepen dat mensen hun gift jaarlijks herhalen.

 

1899

‘Men wordt dringend verzocht dit verslag te lezen’ stond op de voorkant te lezen.

Voor het eerst heeft de stichting het boekjaar afgesloten met ‘een klein batig saldo’; oftewel er is geen tekort! Daar is men wel blij mee, al moet er aan het gebouw wel flink wat gedaan worden;

‘In al de jaren, dat onze school bestaat, zijn de lokalen, gangen en trappen enz. niet geschilderd, zoodat die er gansch onoogelijk uitzien. Bovendien zijn vele dorpels versleten, deuren en kozijnen gezakt, en andere dingen in het ongereede geraakt.’

Maar gelukkig:

‘Over de resultaten van het Onderwijs mogen wij een gunstig verslag uitbrengen. De Heer heeft de onderwijzers bekwaam gemaakt om de kinderen met vrucht het onderwijs te doen volgen, waarvan wij op de gehouden examens de blijken ontvingen.’

 

1900

‘Men wordt dringend verzocht het verslag ditmaal met bijzondere aandacht te lezen’ stond op de voorkant te lezen.

‘Zonder overdrijving mogen wij beweren, dat onze school werkelijk goed staat aangeschreven, zoowel bij de ouders der schoolgaande kinderen als bij de tot oordelen bevoegde autoriteiten. Dit stemt ons tot innigen dank, en doet ons moedig voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg, hoe vaak deze ook blijkt vol moeielijkheden te zijn.’

Die moeilijkheden waar over gesproken zijn wederom van financiële aard.

 

1905

‘Het jaar 1905 is in de geschiedenis der bijzondere scholen een der belangrijkste geweest door het tot stand komen der gewijzigde wet op het lager onderwijs, waardoor wij een nieuw tijdperk zijn ingetreden. Door deze wet werd, zooals bekend is, voor een groot deel het onrecht weggenomen, waaronder het bijzonder onderwijs in vergelijking met het openbaar onderwijs te lijden had, daar de geldelijke bezwaren dubbel drukten op de voorstanders van het bijzonder onderwijs.’

Helaas betekende dit niet direct dat alle financiële ‘moeielijkheden’ daarmee opgelost waren. Ook is er veel gesproken over hoe het onderwijs aangepast moet worden om aan ‘de voorschriften der wet, naar billijkheid te bestemmen’; dus ze moesten nog wel goed overleggen hoe ze het geld in konden zetten.

‘De schoollokalen en de schoolbanken moeten aan gestelde eischen voldoen, evenals de leermiddelen, hetgeen reeds veel uitgaven heeft gevorderd en nog meerdere eischt’, en de salarissen van het onderwijzend personeel moest verhoogd worden.

 

1908

Ingescand. 25 jarig bestaan.

‘Voorwaar, wij hebben alle reden uit te roepen: “Loof den Heere, mijne ziel, en vergeet geene van Zijn weldaden”, die wij, als mede-arbeiders in dit Zijn werk, mochten ervaren, niet tegenstaande vele zwakheden en gebreken, die met dezen arbeid gepaard zijn gegaan.

Er zijn toch nog kinderen die niet naar de school komen vanwege het schoolgeld. Het zogeheten suppletiefonds wordt hopelijk uitgebreid en hiervoor worden sponsors gevraagd.

 

1929

De Lagere School kreeg electrisch licht en telefoon; in de Bewaarschool werden de banken verbeterd en de tuin werd opgeknapt.

Schoolreisje naar Schiphol en Artis; het nuttige en het aangename wisten de leiders wèl te vereenigen!

 

1930

Eerste jaarlijkse gemeenschappelijke vergadering van bestuur en personeel op een der eerste avonden in de maand Januari.

Schoolreisje naar Ginneken. Deelneming aan de huldiging van H.M. de Koningin bij gelegenheid van Haar 50sten verjaardag.

 

1931

Op 29 mei hadden wij een samenkomst in de School, waarin de heer Bijlsma van ons allen, ook van de kinderen en vele ouders, afscheid nam, terwijl wij 16 juli weer bijeen waren, om den heer Van ’t Wout als Hoofd plechtig te installeren.

Ook zij (mej. Van Dulkenraad) ontving haar ontslag op meest eervolle wijze en ook haar willen wij hier dank brengen voor haar trouwen arbeid en haar een rustigen levensavond toewenschen. Gelukkig was spoedig een waardige opvolgster gevonden, n.l. in Mej. A. van Leeuwen, Hoofd eener Chr. Bewaarschool te Haarlem,

 

1932

50 jaar school met de Bijbel; ingescand.

 

1934

Bezuigingen…

 

1935

Nog steeds bezuigingen.

De schoolreisjes, de Sint-Nikolaas- en Kerstviering, de laatste schooldag der vertrekkende leerlingen (het zoogenaamde examen), dat alles spreekt van den prettigen geest, die er heerscht.

Maar niet alleen voor het aangename wordt gezorgd. De belangen der leerlingen wegen in elk opzicht zwaar. Hebben ouders moeilijkheden met hun kinderen, dan vinden zij bij het Hoofd of den klasse-onderwijzer een willig oor; zijn er kinderen ziek, dan worden ze bezocht. En boven dit alles staat nog, dat èn bestuur èn personeel de kinderen in het gebed opdragen aan den Heiland van zondaren.

 

1936

Bezuinigingen…

 

1937

“Een oogenblik is er aan gedacht, de school naar een andere wijk te verplaatsen. Noodgedwongen hebben we ons tegenwoordige schoolgebouw van de Gemeente aanvaard, toen in 1924 het gebouw in de Van Ostadestraat te klein werd; maar de ligging is niet gunstig gebleken. De aan een verplaatsing verbonden bezwaren zijn echter te groot, zoodat dit plan moest worden losgelaten.

Naamgeving ~ Een gebeurtenis van groot belang, hoewel opvallend in het begin van 1938, mag toch zeker in dit verslag niet onvermeld blijven. Wij bedoelen het geven van een naam aan onze beide scholen.

Tot nu toe droegen onze 55 jaar bestaande scholen geen eigennaam; zij waren slechts bekend onder de naam van onze Vereeniging, namelijk School met den Bijbel. De wenschelijkheid van een eigennaam was al eens eerder naar voren gebracht. De vreugdevolle geboorte van Prinses Beatrix werd aanleiding, dat dit denkbeeld tot uitvoering kwam. Op een daartoe strekkend verzoek hebben H.K.H Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard welwillend toestemming verleend, om den naam van ons Prinsesje aan de scholen te verbinden, en zoo mogen we nu spreken van onze Prinses-Beatrixschool en Prinses-Beatrix-Kleuterschool.

De oude traditie, dat onze school door haar naam te kennen geeft, dat zij niet tot eenige kerkelijke richting behoort, blijft hiermede bestaan. Immers, onze Prinses Beatrix behoort niet aan eenige partij of richting, maar aan het geheele Nederlandsche volk, welks eenheid hierdoor tot uiting komt.

Onze school stelt zich slechts de schoone taak, de kinderen den weg naar Boven te wijzen.”

 

1938

Onthulling nieuwe naam op de ouderavond op 24-02-1938.

 

1939

“Ditmaal bereikt het Jaarverslag onzer school u onder omstandigheden, die niemand eenige maanden geleden had kunnen voorspellen.

Onverwachte en smartelijke dingen zijn over ons land gekomen; velen hebben verliezen geleden, hetzij onder de hunnen, hetzij op maatschappelijk gebied. Maar meer dan ooit is thans noodig, den blik van de huidige moeilijkheden af te wenden en vooruit te zien; te denken aan de toekomst en aan de plichten, die ons als Christenen zijn opgelegd. EN daarin neemt ons Christelijk onderwijs wel een bijzondere plaats in.

Tot nu toe kunnen wij rustig voortgaan met ons werk, waarvan wij pas in de eeuwigheid den vollen oogst zullen zien. En we kunnen daarbij God danken voor zijn zegeningen, die wij in het afgeloopen jaar hebben mogen ondervinden.”

Zegeningen:

  • Toeneming aantal leerlingen.
  • Gebouw werd NIET in beslag genomen. (wel moesten enige klassen tijdelijk ontruimd worden)
  • Centrale verwarming in de bewaarschool

1940

Begin van het jaarverslag:

Lichtpunten. – Reeds nu, in deze zware dagen, schenkt God ons lichtpunten. Daarbij denken wij vooral aan het steeds toenemende aantal leerlingen der lagere school, dat tot 223 steeg. De kleuterschool was nagenoeg geregeld geheel bezet met 160 leerlingen. Tengevolge van deze toeneming stijgt ook de exploitatievergoeding, die de Gemeente ons uitkeert. En bovendien bestaat nu het vooruitzicht, dat het aantal vaste onderwijzers binnenkort met één zal kunnen worden uitgebreid.

Een ander lichtpunt is het feit, dat het gebouw onzer lagere school, dat in de Mei-dagen 1940 door militairen bezet werd, op 27 Augustus d.a.v. weer vrij kwam. Na de groote vacantie kon dan ook het onderwijs op normale wijze worden hervat.

Kleine statutaire wijziging; duur der vereeniging verlengd tot 6-6-1969

 

1940-1951

Ingescand.

Dit zijn samen 3 verslagen gezien de bijzonderheid in Nederland in deze jaren.